Composietbouw was een specialiteit van de werven Meursing. Zij hadden patent op een wijze van bevestigen van de houten huid op de ijzeren spanten met hardhouten pennen in plaats van ijzeren nagels, waardoor roestvorming wordt verminderd.

In maart 1865 is het octrooi aangevraagd en op 17 april 1865



Dat de bouw van schepen volgens deze methode succesvol was blijkt uit het volgende citaat.
Wij hebben jaaren beleefd, dat de vragten zoo laag waren dat we werk aannamen zonder verdienste om maar wat volk bij de werf te houden. En toch heb ik in Amsterdam met nieuwe schepen te bouwen veel verdiend. Dat zat hem in het systeem van mijn eigen vinding; Composiete Schepen.
W.H. Meursing, Kroniek
De scheepsbouwmeesters Meursing onderscheidden zich inderdaad met deze vinding en maakten daar volop reclame mee. In het Algemeen Dagblad van 9 maart 1883 geeft een bericht over de tewaterlating van de clipper bark Tjerimai een aardige beschrijving van de composiete techniek.
In De ingenieur, weekblad gewijd aan de techniek en de economie van openbare werken en nijverheid, jrg 6, 1891, no 8, staat een verslag van de zesde vergadering der Nederlandsche Vereeniging van Werktuig- en Scheepsbouwkundigen. Jan Frederik houdt daar een voordracht over composite schepen, uitgevonden door W.H. Meursing.
