Schepen voor van Eeghen & Co

Piet van Eeghen, telg uit een rijke handelsfamilie, stond aan het hoofd van de handelsfirma Van Eeghen & Co en had daarnaast nog vele andere functies, waaronder die van president van de Nederlandse Bank. Van Eeghen wilde zijn geld inzetten om de maatschappij te verbeteren, gedreven door zijn geloof (dopsgezind) en geholpen door zijn vele invloedrijke en vermogende vrienden. Het boek dat Laura van Hasselt over Piet van Eeghen schreef heeft dan ook de titel gekregen: Geld, geloof en goede vrienden.

Piet van Eeghen is relatief onbekend, maar heeft een belangrijke rol gespeeld in de metamorfose van Amsterdam in de 19e eeuw. Voor talloze van zijn projecten richtte hij een organisatie op waarvan hij vaak voorzitter was en een van de grootste financiers.

Om der een paar te noemen:

  • Stichten van het Prinsengrachtziekenhuis, het eerste moderne ziekenhuis
  • Opvanghuizen voor gevallen vrouwen en verwilderde jongens
  • Sociale volkshuisvesting, fatsoenlijke betaalbare woningen voor minder vermogenden
  • Realisatie van het Vondelpark, plek voor ontspanning en natuurbeleving in de stad
  • Stedelijk Museum, moderne kunst die iedereen van moet kunnen beleven

Het boek van Laura van Hasselt zal er hopelijk toe bijdragen dat Piet van Eeghen, die zijn maatschappelijke activiteiten grotendeels achter de schermen verrichtte, meer bekendheid zal krijgen.

Handelhuis Van Eeghen & Co verdiende veel geld aan de handel met De Oost (Nederlands Indie). Daarvoor zetten zij van 1851 tot 1888 eigen zeilschepen in en waren daarmee als het ware ook reders. In 1873 bestelde Van Eeghen & Co een fregatschip bij de firma Meursing & Huijgens. Dit schip, dat werd gebouwd op de werf Concordia, kreeg de naam ‘Amsterdam’. In 1874 werd een tweede schip van dezelfde werf opgeleverd, het fregatschip Amstel. Beide schepen waren composiet gebouwd volgens de gepatenteerde methode van Wicher Hooite Meursing.

In het Stadsarchief Amsterdam bevinden zich in het archief van Handelshuis Van Eeghen & Co verschillende stukken over deze schepen. Zo ook het bestek van fregatschip Amstel, ondertekend door Van Eeghen. Wie heeft ondertekend namens Meursing & Huygens is wat curieus, aangezien de firmanten Meursing en Huygens toch echt twee verschillende personen waren maar wel één handtekening zetten.

Bron: Stadsarchief Amsterdam

Fregatschip Amsterdam, 1873

Fregatschip Amsterdam is het tot dan toe grootste schip dat op een werf van de Meursings wordt gebouwd: een composiet gebouwd schip van 1482 ton met drie masten, 2 dekken. Het schip heeft bijna 30 jaar gevaren, maar niet altijd bij Van Eeghen & Co. In 1887 wordt de Amsterdam verkocht aan de Firma A. Hendrichs & Co te Amsterdam waarbij het wordt omgedoopt tot Ardjoeno en aangepast tot bark. In 1899 wordt de Ardjoeno verkocht aan A. Hemmes Sr. in Emden in Duisland, en omgedoopt tot Silo. Drie jaar later, op 21 augustus 1902, verliest het schip in een storm gedeeltelijk de zeilen en ra’s en loopt andere schade op. Het is dan in ballast op weg van de Table Bay (Zuid-Afrika) naar Chemainus B.C. (westkust van Canada). Op 5 september 1902 werd het beschadigde schip de haven van Nagasaki binnengesleept en daar afgekeurd.

De tewaterlating van fregatschip de Amsterdam op 11 januari 1873. George Lourens Kiers (1838 – 1916), Stadsarchief Amsterdam.
Het barkschip Amsterdam in volle glorie. Nicolaas Martinus Wijdoogen (1824-1898). Scheepvaartmuseum Amsterdam.
De Silo (voorheen Amsterdam, Ardjoeno) met stormschade in 1902. Bron onbekend.

De Amsterdam en de Amstel waren niet de enige schepen in eigendom of door Van Eeghen & Co gereed. Het waren wel de laatste.

PeriodeSchipThuishaven
1851 – 1865Capella (in 1865 overzeild)Amsterdam
1852 – 1872Alcyone (in 1872 vermist)Amsterdam
1853 – 1873Bellatrix (in 1873 verkocht naar Duitsland)Amsterdam
1855 – 1876Electra (voorheen Witch Of The Wave, in 1876 tot bark gemaakt)Amsterdam
1873 – 1888Amsterdam (in 1888 omgedoopt tot Ardjoeno en verkocht aan A. Hendrichs & Co.)Amsterdam
1874 – 1885AmstelAmsterdam
Bron: Piet’s Scheepsindex.

Baarn op de wereldzeeën (3)

Op de website Groenegraf.nl en in de Baarnse Courant van 21 oktober 2019 staat een uitgebreid artikel over de scheepsbouwers en reders Meursing en hun relatie tot Baarn. Het artikel is deel 3 in de reeks ‘Baarn op de wereldzeeën’ en geschreven door Ed Vermeulen, die zelf in een later tijdperk inscheepte op schepen van de Rotterdamse rederij Van Nievelt, Goudriaan & Co’s Stoomvaart Mij (zie deel 1 en deel 2). Het artikel is deels gebaseerd op informatie van deze website, welke ook de bron is voor een aantal illustraties.

Lees het artikel:
Baarn op de wereldzeeën (deel 3); Van scheepsbouwer tot reder: de Meursings en de bark Baarn (online artikel, met meer foto’s!)

Composietbark ‘Baarn’ (1879-1899) gebouwd op werf De Nachtegaal te Amsterdam, scheepsbouwmeester en reder J.F. Meursing, Amsterdam.
Foto Jacob Olie, 1 augustus 1895. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Claude Monet aan het Oosterdok

Claude Monet, de bekende Franse impressionistische schilder, heeft tijdens verblijf van meerdere maanden in Nederland 42 schilderijen gemaakt van Hollandse taferelen. Zijn eerste bezoek was een lange periode van juni tot oktober 1871 in voornamelijk Zaandam en kort in Amsterdam. Zijn laatste bezoek was in 1886 op uitnodiging van Nederlandse bewonderaars. 100 jaar na dat laatste bezoek, in 1986, organiseerde het Van Gogh museum een tentoonstelling: Monet in Holland. Onlangs heb ik het gelijknamige boek op de kop getikt en ik zat daar, in voorbereiding op een lang weekend Parijs, eens in te bladeren. Mijn oog viel op onderstaand schilderij. Had ik dit tafereel niet eerder gezien?

Ik herinnerde mij een foto van schepen die zijn afgemeerd in het Oosterdok, waaronder de Merapi, een in 1870 als Anna Elisabeth op werf de Nachtegaal voor W.H. en A.H. Meursing gebouwd zeilschip. De scheepsnaam is duidelijk leesbaar op de achtersteven. Het type en de positie van de schepen, en in het bijzonder de aanwezigheid van roeibootjes, vertoont opvallend veel gelijkenis met het schilderij van Monet.

De foto is echter gedateerd op 1874 terwijl volgens het boek Monet in Holland het schilderij moet stammen uit 1871. Even zoeken op internet leert dat dit doek inmiddels op 1874 is gedateerd. Van begin 1874 zijn er helemaal geen aanwijzingen bewaard gebleven waar Monet zich toen bevond. Monets biograaf Wildenstein komt op biografische en stilistische gronden tot de conclusie dat de Amsterdamse schilderijen in 1874 geplaatst moeten worden en Monet dus in die periode in Nederland was. Dat blijkt onder meer uit het schilderij van schepen in het Oosterdok, geschilderd in een stijl die duidelijk verder is geëvolueerd sinds zijn Zaanse tijd. Ook is het linnen dat Monet gebruikte anders dan dat in 1871 en tonen enkele Amsterdamse doeken winterse taferelen met sneeuw.
Het is dus mogelijk dat Monet in 1874 de op werf de Nachtegaal gebouwde Merapi heeft geschilderd.

Schepen voor anker in het Oosterdok, toegeschreven aan Andries Jaeger, Rijksmuseum.
De haven van Amsterdam door Claude Monet, 1874 (particulier bezit)
Schepen voor anker in het Oosterdok, toegeschreven aan Andries Jaeger, Rijksmuseum.

In de online collectie van het Rijksmuseum vond ik ook nog een andere foto, die ook wordt toegeschreven aan fotograaf Andries Jaeger, met vrijwel dezelfde compositie met schepen in het Oosterdok. Op de plaats waar de Merapi lag ligt nu duidelijk een ander schip. En dat schip vertoont grotere gelijkenis met het schip op het schilderij van Monet. Er werd dus geen schip van de Meursing werven door Monet vereeuwigd?

Bronnen:

Monet in Holland, Uitgeverij Waanders, Zwolle/Rijksmuseum Vincent van Gogh, Amsterdam. 1986.

Rijksstudio, Rijksmuseum

Haringvliet op het droge

Het voormalig gasvaartuig van het loodswezen de Haringvliet, waarmee in het begin van de 20e eeuw de verlichting op boeien van gas werd voorzien, wordt door de huidige eigenaar geheel hersteld en omgebouwd tot een varend recreatieschip. De Haringvliet is in 1899 door scheepsbouwmeester Jan Frederik Meursing gebouwd op werf de Nachtegaal als de Zuiderzee.

De Haringvliet op de helling van de Museumwerf in Vreeswijk (Nieuwegein).

In september 2018 lag de Haringvliet op het droge op de dwarshelling van de Museumwerf in Vreeswijk. Daar is onder meer een zwaardhuis ingebouwd. Het is de bedoeling dat het schip weer zeilend wordt, met één mast in plaats van de oorspronkelijke twee masten. Het zwaardhuis, dat is geplaatst in het gedeelte van het schip waar de gastanks in het verleden zaten, moet een zwaard krijgen waarmee de zeileigenschappen van het schip worden verbeterd. De gehele opknapbeurt zal nog enkele jaren duren. Dan zullen er, voor zo ver bekend, vier schepen van de werven Meursing in goede staat in de vaart zijn.

Tentoonstelling Gamechangers

Trailer Game Changers – Het Scheepvaartmuseum from Yvette Bosch Producties on Vimeo.

De tentoonstelling ‘Gamechangers | maritieme innovaties’ in Scheepvaartmuseum Amsterdam voert je mee langs meer dan 25 van de mooiste, spannendste en vreemdste innovaties uit de Nederlandse maritieme geschiedenis.

Eén daarvan is de door W.H. Meursing gepatenteerde composietbouw met hardhouten nagels die werd toegepast bij de bouw van clippers op de werven van Meursing. Getoond wordt een lithografie van een reclameplaat uit 1868 (links op onderstaande foto) en drie foto’s van de bouw van de composiet clipper Tjerimai (midden van de foto).

Daarnaast hangen er zes foto’s van Jan Frederik Meursing van op De Nachtegaal gebouwde stoommachines (bovenste foto rechts) bij de ‘game changer’ de introductie van het stoomschip.

De tentoonstelling Gamechangers, waar nog veel meer moois en verrassends wordt getoond, is te zien van 6 oktober 2017 t/m 1 juli 2018 in het Scheepvaartmuseum Amsterdam.

In de haven van Rouen?

In het Musée des Beaux-Arts in Rouen hangt een impressionistisch schilderij van Albert Lebourg (1849-1929). Het trok mijn aandacht vanwege het schip dat is afgebeeld. Het is waarschijnlijk een clipper-bark zoals op de werven van de scheepsbouwers Meursing werd gebouwd. De titel van het in 1888 gemaakte schilderij is ‘Navire norvégien dans le port de Rouen’ (Noors schip in de haven van Rouen).

Navire norvégien dans le port de Rouen, Albert Lebourg, 1888. Musée des Beaux-Arts, Rouen.

Er zijn meerdere schepen van de werven Meursing doorverkocht aan Noorse reders. Is dit misschien de in 1874 door W.H. & A.H. Meursing in Nieuwendam gebouwde clipper-bark Thorbecke? Dat schip is in 1875 voor f 124.000 verkocht aan de Firma A. Hendrichs & Co. en herdoopt tot Sindoro en in 1888 voor f 18.000 verkocht aan Noorwegen. Met zijn 953 ton en 3 masten kloppen afmetingen en type ogenschijnlijk wel. Maar heeft dit schip in 1888, toen de schilder zijn ezel op de kade langs de Seine neerzette, ook Rouen aangedaan? Of is dit een ander schip dat onder Noorse vlag vaart? Dat vraagt nader onderzoek. Of komen we hier nooit achter?