Autochromes van Jan Frederik Meursing

Autochromes waren de eerste fotografische weergaven in kleur die commercieel beschikbaar kwamen. Ze werden door de gebroeders Auguste en Louis Lumière in 1907 op de markt gebracht en begin jaren dertig werd de productie gestaakt. Autochromes bestaan uit een glasplaat waarop een positief beeld werd gefotografeerd dat uit twee lagen bestaat. Eén laag waarop met kleurgevoelige aardappelzetmeelkorrels in een onscherp korrelpatroon de drie primaire kleuren werden vastgelegd en een laag waarin met een negatief-positief proces een zwart-wit beeld met scherpte en contrast ontstond. Niet alle kleuren konden even natuurgetrouw worden geregistreerd, wat de opnamen een bijzondere en herkenbare uitstraling geven. Iedere opname was uniek en kon niet worden gedupliceerd. Er zijn niet zo veel autochrome opnamen bewaard gebleven, mede omdat ze kwetsbaar zijn en ze slechts enkele decennia zijn gemaakt.

In 1911 waagde Jan Frederik Meursing, die in 1889 begon met fotograferen, zich aan het maken van autochrome opnamen. Het ontwikkelen was voor amateurfotografen niet eens zo ingewikkeld en de glasplaten konden in een gewone camera worden gebruikt. De juiste belichting was wel kritisch, sommige autochromes zijn tamelijk donker waardoor ze veel licht nodig hebben om ze te zien. Hoeveel Jan Frederik er gemaakt heeft is niet bekend, er zijn er 20 aanwezig in het familiearchief (zie ook fotocollectie, album autochromes).

bbblbbbr
Jan Frederik Meursing en Antonia Korthals Altes 1928
Jan Frederik Meursing en Antonia Korthals Altes 1928
Jan Frederik Meursing, zelfportret met camera 1929
Antonia Korthals Altes 1929
Jan Frederik Meursing en Antonia Korthals Altes 1929
1929-1016-nr-3483-Agfa-web.jpg
Onbekende dame, 1930
Familie in tuin in Medemblik 1911
Verloving Maria Meursing en Eiso Wessels Boer 1911
Eiso Wessels Boer en Maria Meursing bij huwelijk 1912
Verloving Wicher Meursing en Elisabeth Eschauzier 1925
Verloving Wicher Meursing en Elisabeth Eschauzier 1925
"Mijn 70e verjaardag" 1925
Bloemen van 70e verjaardag Jan Frederik Meursing 1925
Wicher Meursing en Elisabeth Eschauzier in trouwkleding 1925
Wicher Meursing en Elisabeth Eschauzier in trouwkleding 1925
Jan Frederik Meursing bij tuinhek 1926
Kleindochter Jootje bij moeder in tuin 1927
Kleindochter Jootje bij haar vader in tuin 1927
Tuin van Wicher jr en auto Bilderdijklaan 6 in Amersfoort 1928
Jan Frederik Meursing en Antonia Korthals Altes 1928
Jan Frederik Meursing en Antonia Korthals Altes 1928
Jan Frederik Meursing, zelfportret met camera 1929
Antonia Korthals Altes 1929
Jan Frederik Meursing en Antonia Korthals Altes 1929
1929-1016-nr-3483-Agfa-web.jpg
Onbekende dame, 1930
Familie in tuin in Medemblik 1911
Verloving Maria Meursing en Eiso Wessels Boer 1911
Eiso Wessels Boer en Maria Meursing bij huwelijk 1912
Verloving Wicher Meursing en Elisabeth Eschauzier 1925
Verloving Wicher Meursing en Elisabeth Eschauzier 1925
"Mijn 70e verjaardag" 1925
Bloemen van 70e verjaardag Jan Frederik Meursing 1925

Misschien waren de huwelijken van twee dochters de aanleiding om dit kleuren-procedé toe te gaan passen. De eerste bewaarde opname is in de zomer van 1911 gemaakt in Medemblik bij een onbekende persoon in de tuin. De tweede is gemaakt op 9 december 1911, waarschijnlijk bij de verloving van zijn dochter Maria Meursing met Eiso Wessels Boer. Ze staan op de foto met een enorme hoeveelheid bloemen, wat wel bijzonder is op 9 december. Vervolgens is het bruidspaar in 1912 in kleur vastgelegd met links als bruidsmeisje zus Cato Meursing (zie hieronder).

Eiso Wessels Boer en en Maria (Rie) Meursing bij hun huwelijk in 1912

Het duurt dan tot 1925 voor de volgende opname volgt. Jan Frederik legt dan zijn zoon Wicher Hooite Meursing jr vast bij diens verloving en huwelijk met Elisabeth Eschauzier en zijn eigen 70e verjaardag. De bloemen van die gelegenheid worden nog eens apart gefotografeerd. Kleurige bloemen zijn een geliefd object om in kleur vast te leggen.

Een bijzondere opname is een zelfportret bij het tuinhek met fel rood en oranje Oost-Indische kers in 1926.

Jan Frederik Meursing bij tuinhek van zijn huis Mollerusstraat 11 in Baarn, met Oost-Indische kers, 11 juli 1926.

In de laatste jaren van zijn leven (hij overleed eind 1930) maakte Jan Frederik een aantal fraaie autochrome portretten (waaronder onderstaand zelfportret met camera) en een dubbelportret met zijn vrouw, Antonia Korthals Altes.

Zelfportret met camera van Jan Frederik Meursing, autochrome, 28 maart 1929

Bronnen:
Nederland in kleur – The Netherlands in colour 1907 – 1935. Hans Rooseboom en Ileen Montijn. Uitgeverij Bas Lubberhuizen, 2016.
History of the autochrome: the dawn of colour photography. National Science and media museum, Bradford.

Was Wicher Hooite Meursing ook fotograaf?

Dat scheepsbouwer Jan Frederik Meursing (1855-1930) fotografeerde in zijn vrije tijd is in redelijk wat bronnen beschreven. Zijn foto’s zijn met enige regelmaat te zien op tentoonstellingen over fotografie, zoals in het Gemeentearchief Amsterdam (Amsterdam 1900) en het Scheepvaartmuseum (Drijfveer, Game changers).

Er zijn aanwijzingen dat zijn vader Wicher Hooite Meursing (1821-1902) ook al fotografeerde. Dit komt nog nergens in de literatuur naar voren.

Zo heeft Wicher Hooite op onderstaande foto vrijwel zeker een zelfontspanner in zijn rechter hand. Deze foto heeft hij dus waarschijnlijk zelf genomen.

Reproductie van een foto van Wicher Hooite Meursing uit plakboek 1 van Jan Frederik Meursing. Er is geen jaartal vermeld, maar gezien zijn leeftijd (naar schatting rond de 40) zou de foto van rond 1860 kunnen zijn, de periode waarin Jacob Olie actief was. Collectie familie Meursing.

Dan is er nog een tweede aanwijzing. Jacob Olie (1834-1905), de inmiddels bekende vroege Amsterdamse amateurfotograaf, woonde en fotografeerde in de buurt van het woonhuis van Wicher Hooite en zijn werf De Nachtegaal op het Bickerseiland. Vermoedelijk heeft Jacob Olie rond 1862-63 foto’s van het Bickerseiland gemaakt vanuit het woonhuis van Wicher Hooite (C). Zij hebben elkaar dus waarschijnlijk gekend. De activiteiten van Jacob Olie met zijn camera kunnen heel goed de nieuwsgierigheid van Wicher Hooite hebben gewekt en hij heeft het fotograferen wellicht van hem geleerd.

Drie foto’s van Jacob Olie uit de periode 1862-63 laten zien dat Jacob Olie en Wicher Hooite Meursing elkaar gekend moeten hebben. Foto A is genomen vanaf de Zandhoek, op de achtergrond zijn schepen bij werf de Nachtegaal te zien. Foto B is genomen vanuit de woning van Jacob’s halfbroer Carel Guustaaf Olie op de Grote Bickersstraat 4. Geheel links op deze foto het huis van Wicher Hooite, Haarlemmer Houttuinen 105. Vanuit dit huis moet foto C zijn gemaakt, waarop het Bickerseiland met de Eilandskerk (gesloopt in 1950).

In het magazijn van het Scheepvaartmuseum in Amsterdam wordt een collectie van glasdia’s en negatieven van de scheepsbouwers Meursing bewaard. Op een groot formaat glasnegatief viel mij op dat daarop de letters WHM staan geschreven. Zou dit kunnen betekenen dat deze opnamen niet door Jan Frederik maar door zijn vader Wicher Hooite zijn gemaakt? Hij was toen 70 jaar en had misschien zijn grote veldcamera goed bewaard.

Glasnegatief uit de serie foto’s van de bouw van de clipper Van Galen (1891) met op de rand van het negatief de initialen WHM. Collectie Scheepvaartmuseum Amsterdam.

De aanwijzingen dat ook Wicher Hooite Meursing fotografeerde zijn indirect, maar voldoende aanleiding om hier verder onderzoek naar te doen.

Claude Monet aan het Oosterdok

Claude Monet, de bekende Franse impressionistische schilder, heeft tijdens verblijf van meerdere maanden in Nederland 42 schilderijen gemaakt van Hollandse taferelen. Zijn eerste bezoek was een lange periode van juni tot oktober 1871 in voornamelijk Zaandam en kort in Amsterdam. Zijn laatste bezoek was in 1886 op uitnodiging van Nederlandse bewonderaars. 100 jaar na dat laatste bezoek, in 1986, organiseerde het Van Gogh museum een tentoonstelling: Monet in Holland. Onlangs heb ik het gelijknamige boek op de kop getikt en ik zat daar, in voorbereiding op een lang weekend Parijs, eens in te bladeren. Mijn oog viel op onderstaand schilderij. Had ik dit tafereel niet eerder gezien?

Ik herinnerde mij een foto van schepen die zijn afgemeerd in het Oosterdok, waaronder de Merapi, een in 1870 als Anna Elisabeth op werf de Nachtegaal voor W.H. en A.H. Meursing gebouwd zeilschip. De scheepsnaam is duidelijk leesbaar op de achtersteven. Het type en de positie van de schepen, en in het bijzonder de aanwezigheid van roeibootjes, vertoont opvallend veel gelijkenis met het schilderij van Monet.

De foto is echter gedateerd op 1874 terwijl volgens het boek Monet in Holland het schilderij moet stammen uit 1871. Even zoeken op internet leert dat dit doek inmiddels op 1874 is gedateerd. Van begin 1874 zijn er helemaal geen aanwijzingen bewaard gebleven waar Monet zich toen bevond. Monets biograaf Wildenstein komt op biografische en stilistische gronden tot de conclusie dat de Amsterdamse schilderijen in 1874 geplaatst moeten worden en Monet dus in die periode in Nederland was. Dat blijkt onder meer uit het schilderij van schepen in het Oosterdok, geschilderd in een stijl die duidelijk verder is geëvolueerd sinds zijn Zaanse tijd. Ook is het linnen dat Monet gebruikte anders dan dat in 1871 en tonen enkele Amsterdamse doeken winterse taferelen met sneeuw.
Het is dus mogelijk dat Monet in 1874 de op werf de Nachtegaal gebouwde Merapi heeft geschilderd.

Schepen voor anker in het Oosterdok, toegeschreven aan Andries Jaeger, Rijksmuseum.
De haven van Amsterdam door Claude Monet, 1874 (particulier bezit)
Schepen voor anker in het Oosterdok, toegeschreven aan Andries Jaeger, Rijksmuseum.

In de online collectie van het Rijksmuseum vond ik ook nog een andere foto, die ook wordt toegeschreven aan fotograaf Andries Jaeger, met vrijwel dezelfde compositie met schepen in het Oosterdok. Op de plaats waar de Merapi lag ligt nu duidelijk een ander schip. En dat schip vertoont grotere gelijkenis met het schip op het schilderij van Monet. Er werd dus geen schip van de Meursing werven door Monet vereeuwigd?

Bronnen:

Monet in Holland, Uitgeverij Waanders, Zwolle/Rijksmuseum Vincent van Gogh, Amsterdam. 1986.

Rijksstudio, Rijksmuseum

Boek en tentoonstelling over amateurfotografie van 1880-1940

Mattie Boom, conservator fotografie bij het Rijksmuseum en (mede)auteur van verschillende standaardwerken over de geschiedenis van de fotografie, heeft als eerste een uitvoerige studie gemaakt van de vroege amateurfotografie in Nederland. Haar proefschrift is nu in een schitterend uitgegeven en rijk geïllustreerde Engelstalige handelseditie uitgegeven en van 15 februari t/m  10 juni 2019 is in het Rijksmuseum de tentoonstelling Iedereen  fotografeert aan dit onderwerp gewijd.

In het boek en de tentoonstelling laat Mattie Boom de opkomst van de amateurfotografie in Nederland zien: de fotografen, de foto’s, de albums, de sleutelfiguren, de verenigingen en de achtergronden. De amateurfotografie was op dat moment vooral het tijdverdrijf voor welgestelden: heren van stand, freules en zelfs de jonge koningin Wilhelmina.

De foto’s van Jan Frederik Meursing passen goed in dit beeld. Op foto’s in het boek en op de tentoonstelling zijn, net als in de albums van Jan Frederik, veel foto’s te zien van personen en families voor hun fraaie landhuis of grachtenpand, rijke interieurs, tuinen, kinderen, de hond, de jacht, allerlei typen fietsen, dames en heren op de tennisbaan en uitstapjes en reizen.

Mattie Boom signaleert opvallende overeenkomsten met de huidige tijd. Het is opvallend dat mensen ook toen vooral de hoogtepunten in het leven lieten zien en er nauwelijks narigheid op de gevoelige plaat werd vastgelegd. Daarnaast werd het door “iedereen” fotograferen, en vaak met snapshots van bedenkelijke kwaliteit,  ook toen al gezien als een bedreiging voor de professionele fotografie.
Ook opvallend is dat enkele amateurfotografen beelden met bijzonder hoge esthetische en technische kwaliteit maakten.

Jan Frederik wordt, net als zijn broer Herman overigens, in het boek genoemd in de lijst van 1082 amateurfotografen uit de periode 1887-1900 die bij naam bekend zijn. In de lijst met fotoalbums die bekend zijn van de periode 1880-1940 wordt Jan Frederik als op één na eerste genoemd. Zijn oudste album bevat foto’s vanaf 1880, de meeste albums in de lijst zijn van na 1888 als de fotografie met de komst van de Kodak camera (“You press the button, we do the rest”) een stuk eenvoudiger wordt. Jan Frederik bleef voor zo ver is na te gaan zelf ontwikkelen en afdrukken tot het einde van zijn leven (1930).

Het boek ‘Everyone a photographer, The Rise of Amateur Photography in the Netherlands’ van Mattie Boom is verkrijgbaar bij de shop van het Rijksmuseum en bij de boekwinkel. Er is ook een (gratis) podcast over dit onderwerp beschikbaar.

Zie ook de boekbesprekingen in NRC en Volkskrant en bij de NOS:

Foto’s van Wilhelmina, en andere amateurs, NRC 14 februari 2019

#Herkenbaar? Hoe de eerste ‘Instagrammers’ in de 19de eeuw al snapshots en selfies maakten. Interview met Mattie Boom. Volkskrant 14 februari 2019.

De ‘missing link’ van de fotografie: amateurfoto’s van 100 jaar oud. NOS 15 februari 2019

Tentoonstelling Drijfveer

Op de tentoonstelling Drijfveer | 100 jaar verzamelen in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam hangen 23 foto’s van Jan Frederik Meursing van 10 verschillende stadia van de bouw van de clipper Van Galen (1891). Ook wordt er aandacht besteed aan de poolexpedities met de door Meursing & Huygens gebouwde Willem Barents (1878).

Het Scheepvaartmuseum belicht in de tentoonstelling de drijfveren die ten grondslag liggen aan de opbouw van de museumcollectie en legt verhalen bloot van meer dan 350 nooit eerder vertoonde objecten.

Foto’s van de Van Galen door Jan F. Meursing op tentoonstelling Drijfveer in Scheepvaartmuseum

De keuze voor de opstelling waarin de foto’s van de Van Galen zijn opgehangen zegt iets over het belang dat het museum toekent aan de foto’s, zo zegt Sara Keijzer, conservator fotografie en film van het Scheepvaartmuseum. De 10 verschillende stadia hangen chronologisch van links naar rechts. Dat is niets bijzonders. Maar het museum bezit en bewaart van een aantal foto’s een tweede en zelfs derde afdruk. De afdrukken verschillen soms van techniek (albumine, zilverdruk) maar ook als dat niet het geval is zijn de foto’s het bewaren waard. Dit wordt zichtbaar gemaakt door de “dubbele” exemplaren boven of onder elkaar te hangen. Zo ontstaat een interessante collage. Frappant zijn de kleine details die zichtbaar zijn op de haarscherpe foto’s zoals de voorwerpen en gereedschappen die op de werf aanwezig zijn en werklieden die poseren.

Op de Nederlandse poolexpedities met de door Meursing & Huygens op de werf Concordia gebouwde Willem Barents reisde fotograaf William Grant mee. Op de tentoonstelling zijn een fotoboek met zijn foto’s van de expeditie van 1878 en een kist met negatieven (grote glasplaten) te zien. Voor het ontwikkelen van de negatieven was een speciale ruimte in de Willem Barents ingebouwd.

Fotoalbum W.S.A. Grant

Negatieven van William Grant

Matroos Gerrit Westerneng maakte tijdens de reis tekeningen, waarvan er een paar op de tentoonstelling te bewonderen zijn. Eén daarvan is een tekening van de Willem Barents die is afgemeerd aan het pakijs.

Tekeningen van Gerrit Westerneng, circa 1878-1884

De tentoonstelling loopt van 1 oktober 2016 t/m 2 juli 2017.

Tentoonstelling Amsterdam 1900

Op de tentoonstelling Amsterdam 1900 in het Stadsarchief Amsterdam zijn enkele foto’s van Jan Frederik Meursing te zien, naast vele andere fraaie foto’s van bekende en onbekende fotografen.

Jan Frederik Meursing (1855-1930).
Graansilo’s in aanbouw aan het Y te Amsterdam, 23 oktober 1896. Albuminedruk.
Het slaan van de laatste paal voor de nieuwe graansilo van de firma Korthals Altes aan de Westerdoksdijk 51. Scheepsbouwer en machinefabrikant Meursing leverde de machines voor de graansilo. Hij was ook amateurfotograaf. Met een grote platencamera maakte hij opnamen van zijn eigen bedrijf en van schepen in de haven. Volgens de overlevering zou Meursing hebben leren fotograferen van Pieter of Gustaaf Oosterhuis.

In de vitrine met werk gerelateerde onderwerpen is een grote foto van Jan Frederik Meursing te zien van de schade aan de bark Thorbecke VII na een aanvaring op het Noorzeekanaal.

Verbluffend bij deze foto is de scherpte waarmee elk detail haarfijn is vastgelegd. Dat zie je pas echt goed als je voor het origineel staat. De versplinterde rand van de V-vormige bres die in het schip is geslagen wordt tastbaar pijnlijk. De kwaliteit van een goed scherp genomen foto op een grote glasplaat overtreft die van de meeste moderne camera’s.
Deze foto is helaas niet opgenomen in het boek dat bij de tentoonstelling is verschenen.

Na een zeer gelukkige reis is, gelijk wij zaterdag met een enkel woord konden melden – de THORBECKE VII, met rijst beladen van Java, rederij Van Meursing alhier, in het gezicht van de plaats van bestemming aangevaren en gezonken. Een paar minuten vóór het gehucht Buitenhuizen, dit is ongeveer halfweg IJmuiden – Amsterdam, ligt het fraaie schip zóver onder water, dat de golven over het dek spoelen. Het achterdek steekt circa 6 voet boven water en ook de boeg duikt op. Het vaartuig ligt dwars in het kanaal en de weg gesplinterde verschansing bij de boeg wijst het punt van de aanvaring aan. Waar de aanvaring plaats had, maakt het kanaal een bocht. Bij de aanvaring stopte de P. CALAND onmiddellijk, maar de vaart van de stoomboot was nog te sterk. Schier op het zelfde ogenblik van de aanvaring zag men het schip zinken. Na vijf minuten stond het dek onder water.
Op de CALAND zelf was de stoot bijna niet merkbaar. De boot, die nog altijd vóór het gezonken schip ligt, heeft dan ook geen schade geleden. Alleen is de stootketting geknapt en het ornament aan de boeg beschadigd. Het ongeluk had zaterdag 2 uur 20 minuten plaats. [..]

Nieuwe Rotterdamse Courant, 24 december 1889

De tentoonstelling Amsterdam 1900 in het Stadsarchief Amsterdam liep van 16 oktober 2016 t/m 5 februari 2017.