Gezocht: portretten door Berend Kunst

Oorspronkelijke publicatie 23 maart 2020 / update 4 februari 2024

De uit Nieuwolda afkomstige bakkerszoon Berend Wierts Kunst (1794-1881) ontdekte een gat in de markt: pastelportretten. Die waren veel sneller en goedkoper te maken dan portretten in olieverf. Als rondreizend ‘pourtraitschilder’ maakte hij zo van vele notabelen en vaak ook hun vrouw en kinderen een portret. Vijftig jaar lang, van 1823 tot 1873, legde hij de namen van de geportretteerden vast in een schriftje.

In de stamboom van de familie Meursing, die door mr A.H. Stikker in 1958 is gepubliceerd, staan van enkele personen portretten afgebeeld. Twee daarvan zijn onderstaande portretten van scheepsbouwer Emmo Hooite Meursing en zijn eerste echtgenote Heike Eppens (zij overleed in 1857). De kwaliteit van de reproducties is matig. Iemand heeft in mijn exemplaar van Stikker hier heel klein B. Kunst bij geschreven. Dus ging ik op zoek wie dat was en kwam uit bij Berend Wierts Kunst.

Berend Wierts Kunst heeft in een werkboekje genoteerd wie hij waar portretteerde, het is online is te raadplegen. Daarin komen inderdaad Emmo en Heike voor. Ook blijkt daaruit dat drie van hun kinderen zijn geportretteerd. Er zijn volgens het werkboekje in 1857 en 1859 vier portretten gemaakt.

1857Meursing
Vrouw
3 kinderen (tableau)

1859Meursing en 2 kinderen
(moeder Heike en zoontje Hooite
waren toen overleden)
Emmo Hooites Meursing, 1822-1891, scheepsbouwer te Hoogezand
Heike Eppens, 1826-1857, eerste echtgenote van Emmo Hooites Meursing
Eppo Hendrik Meursing, Hoogezand 1854-1898, kind van Emmo Hooites Meursing en Heike Eppens
Hooite Wicher Meursing, Hoogezand 1857-1857, (jong overleden) kind van Emmo Hooites Meursing en Heike Eppens
Jantje Meursing, Hoogezand 1851-1939, kind van Emmo Hooites Meursing en Heike Eppens
Personen die op de portretten staan.

Van deze portretten is niet bekend waar zij zich bevinden en van het tableau met drie kinderen en van Emmo Meursing met twee kinderen is geen afbeelding bekend. Het moeten kleurige portretten zijn, als we ander werk van Berend Kunst zien. Wie oh wie weet waar deze originele portretten zich bevinden of heeft een tip? Laat het weten! Ik zou ze graag op deze website opnemen.


Update 4 februari 2024

Uit het archief van de familie Cleijndert doken onlangs drie reproductiefoto’s van boven genoemde portretten door Berend Kunst op. Deze zijn aanmerkelijk beter van kwaliteit dan de reproducties in Stikker 1958, maar niet in kleur. Deze foto’s zijn waarschijnlijk in 1981 gemaakt (ze zijn op 25.1.1981 gedateerd door E.E. Meursing (Eppo Emmo), huisarts te Dordrecht, kleinzoon van Emmo Hooites). Naast de portretten van Eppo en zijn vrouw Heike uit 1857 is er ook een reproductie bij van Eppo met twee van zijn kinderen uit 1859 (Heike en zoontje Hooite waren toen al overleden). Dit laatste was tot nu toe geen afbeelding van bekend!

De zoektocht naar de originele portretten gaat onverminderd voort! Heb je een tip? Laat het weten!

V.l.n.r.
Emmo Hooites Meursing (1822-1891) door Berend Kunst 1857
Emmo Hooites Meursing met Jantje (1851-1939) en Eppo Hendrik (1854-1898) door Berend Kunst, 1859
Heike Meursing-Eppens (1822-1857) door Berend Kunst 1857


Eerste pagina van het 80 pagina’s tellende schrift waarin Berend Kunst al zijn portretten van 1823 tot 1873 noteerde.
Bron: www.wazamar.org

Hoe scheepstimmerman Klaren op de werf in Nieuwendam kwam

Uilke Jan Klaren (1852-1947) was een zoon van een arme Friese veenmaker in Tjallebert. Uilke bleek goed te kunnen leren, zijn leraar zag wel een onderwijzer in hem, maar hij werd niet aangenomen voor de onderwijzersopleiding en er was geen geld voor een vervolgopleiding na de lagere school. Hij kon wel komen werken op een werfje en klein boeren bedrijf van een neef van zijn moeder in Dedemsvaart, waar hij tot zijn 15e verbleef.

Vermoedelijk rond 1870 ging Uilke aan de slag als scheepstimmerman bij een grotere werf (gelegen aan de Schoterlandse Compagnonvaart tussen Heereveen en De Knipe). Op deze werf werkte hij op een gegeven moment het voor- en achterschip af van een paviljoenscheepje van tien meter, een kleine tjalk. De schipper, Dirk Vermeulen uit Nieuwendam, en zijn opzichter hielden zelf toezicht op het werk. Dat was niet ongebruikelijk. Beiden waren over het resultaat zeer tevreden. Uilke was kennelijk inmiddels een bekwam scheepstimmerman. Daarna ging hij werken bij werf De Onderneming in Warga, maar die moest in 1881 sluiten en de zaak werd geveild.

In dat zelfde jaar 1881 verhuisde Uilke naar Nieuwer-Amstel (tegenwoordig Amsterdam). Of het faillissement van de werf daarvoor de aanleiding was of de kansen die de grote stad bood voor hem en zijn jonge gezin is niet bekend. Friesland was in die tijd de armste provincie van Nederland en velen beproefden hun geluk in de grote steden in het westen van het land. In een Familieboek, waarin Uilke terugblikt op zijn leven, zegt hij dat hem ter ore was gekomen ‘dat de heer Meursing een grote partij krommers had aangekocht met het doel drie grote koopvaardijschepen op Nieuwendam te gaan bouwen.’ We weten niet of hij dat in Friesland al had gehoord of pas in Amsterdam.

Uilke ging naar de scheepswerf van Aalrik Hooite Meursing in Nieuwendam. Het lijkt erop dat Uilke wist dat Dirk Vermeulen, die zo enthousiast was over het timmerwerk aan zijn schip in Friesland, op deze werf werkte.
‘Ik dacht aan Dirk Vermeulen! Ik stap bij hem binnen! Grote verbazing mij te zien! Na heel wat heen en weer gepraat vertelde ik hem de reden van mijn komst. Hij zei, dat is dadelijk voor mekaar! Zonder jou te kennen, sta je bij Meursing en ook bij zijn werklieden goed aangeschreven!’

Uilke ging hierna de werf op en trof daar de zoon van Aalrik. ‘Ik ging naar de werf, ik zag reeds de bouwmeester jr., de jonge heer Meursing op mij toe komen (nog kan ik mij daarover verbazen). Ik vroeg om werk. Hij zei dat kan je hier voor lange tijd vinden!’ Hooite Wicher Meursing jr. was door zijn vader Aalrik voorbestemd om op den duur de werf in Nieuwendam van hem over te nemen. Uilke was in 1881 29 jaar oud, Hooite Wicher was drie jaar jonger.

Onder het bewind van Aalrik Hooite Meursing liep op de werf in Nieuwendam een fraaie serie driemasters (klippers) van de helling. Zij werden allen vernoemd naar Johan Rudolf Thorbecke, de in 1872 overleden politicus, rechtsgeleerde en architect van de Grondwet van 1848. De eerste vier werden gebouwd tussen 1875 en 1879 en waren van hout (Thorbecke en Thorbecke I t/m III). Uilke heeft tot 1886 aan de Thorbecke V, VI en VII gewerkt. Deze schepen werden in composietbouw uitgevoerd, waarbij een houten huid op stalen spanten werd bevestigd. De broers Meursing hadden een patent op een specifieke wijze van uitvoeren van composietbouw waarmee schepen met een goede reputatie bouwden. Dit patent was nog ondertekend door Thorbecke, toen minister van Binnenlandse zaken (zie hier meer over composietbouw).

Uilke had het bij de werf in Nieuwendam zeer naar zijn zin en hij was heel positief over zijn werkgever. In zijn Familieboek schreef hij: ‘Nooit en nergens heb ik zo kameraadschappelijk en plezierig gewerkt als daar, nooit heb ik bij een dergelijk humaan patroon gewerkt dan bij Hooite Meursing’.

Fragment uit het Familieboek waarin Uilke Jans Klaren zijn aankomst op de werf in Nieuwendam beschrijft.

Schilderij van de Thobecke VI, het tweede schip waar Uilke Jans Klaren aan werkte op de werf in Nieuwendam. Piet’s scheepsindex/particulier.

Maar aan die kameraadschappelijke samenwerking kwam plotseling een eind. Na de bouw van de Thorbeckes IV, V en VI kreeg de werf de schoener Piet Hein ter reparatie (waarschijnlijk de in 1862 op de werf in Nieuwendam gebouwde schoener Consul Voelkel, in 1867 omgedoopt tot Piet Hein). Uilke noteerde: ‘Ik was aan de voorverschansing bezig. Hooite zei tegen mij: ‘laten we samen de strooklijn even bekijken’. Wij verwijderden ons een eindweegs om beter de lijnen te zien. Opeens zegt hij: ‘ik voel me niks lekker Klaren ik ga naar huis….’ Hij is nooit meer op de werf geweest. Ik heb hem nooit meer gezien. Hij is….gestorven………..
Eenige jaren later is de werf met toebehoren verkocht………………………………………………………………….

Uilke heeft deze gebeurtenis niet gedateerd. Hooite Wicher Meursing jr is op 15 juni 1886 overleden. Daarmee was er geen opvolging voor Aalrik Hooite Meursing. De werf in Nieuwendam is in 1899 verkocht aan H. Bernhard en is toen ‘Het Jacht’ gaan heten.

Fragment uit Familieboek over het vertrek van Hooite Wicher Meursing jr van de werf in Nieuwendam

Uilke Jans Klaren was een sociaal bewogen man. Hij was in het bijzonder initiatiefnemer voor speeltuinverenigingen voor met name arbeiderskinderen, wat landelijk navolging kreeg en zelfs internationaal de aandacht trok. Hij staat dan ook bekend als de ‘vader van de speeltuinbeweging’. Lees alles hierover en ook over zijn harde jeugd in Friesland in het boeiende boek dat zijn achterkleinzoon Maurits over hem schreef.

Bronnen:
Uilke Jans Klaren (1852-1947). Icoon van de speeltuinbeweging, een portret. Maurits Klaren, uitgeverij Panchaud, Amsterdam, 2018.
Familieboek van Uilke Jans Klaren (met dank aan Maurits Klaren).

Autochromes van Jan Frederik Meursing

Autochromes waren de eerste fotografische weergaven in kleur die commercieel beschikbaar kwamen. Ze werden door de gebroeders Auguste en Louis Lumière in 1907 op de markt gebracht en begin jaren dertig werd de productie gestaakt. Autochromes bestaan uit een glasplaat waarop een positief beeld werd gefotografeerd dat uit twee lagen bestaat. Eén laag waarop met kleurgevoelige aardappelzetmeelkorrels in een onscherp korrelpatroon de drie primaire kleuren werden vastgelegd en een laag waarin met een negatief-positief proces een zwart-wit beeld met scherpte en contrast ontstond. Niet alle kleuren konden even natuurgetrouw worden geregistreerd, wat de opnamen een bijzondere en herkenbare uitstraling geven. Iedere opname was uniek en kon niet worden gedupliceerd. Er zijn niet zo veel autochrome opnamen bewaard gebleven, mede omdat ze kwetsbaar zijn en ze slechts enkele decennia zijn gemaakt.

In 1911 waagde Jan Frederik Meursing, die in 1889 begon met fotograferen, zich aan het maken van autochrome opnamen. Het ontwikkelen was voor amateurfotografen niet eens zo ingewikkeld en de glasplaten konden in een gewone camera worden gebruikt. De juiste belichting was wel kritisch, sommige autochromes zijn tamelijk donker waardoor ze veel licht nodig hebben om ze te zien. Hoeveel Jan Frederik er gemaakt heeft is niet bekend, er zijn er 20 aanwezig in het familiearchief (zie ook fotocollectie, album autochromes).

Familie in tuin in Medemblik 1911Verloving Maria Meursing en Eiso Wessels Boer 1911Eiso Wessels Boer en Maria Meursing bij huwelijk 1912Verloving Wicher Meursing en Elisabeth Eschauzier 1925Verloving Wicher Meursing en Elisabeth Eschauzier 1925"Mijn 70e verjaardag" 1925Bloemen van 70e verjaardag Jan Frederik Meursing 1925Wicher Meursing en Elisabeth Eschauzier in trouwkleding 1925Wicher Meursing en Elisabeth Eschauzier in trouwkleding 1925Jan Frederik Meursing bij tuinhek 1926Kleindochter Jootje bij moeder in tuin 1927Kleindochter Jootje bij haar vader in tuin 1927Tuin van Wicher jr en auto Bilderdijklaan 6 in Amersfoort 1928Jan Frederik Meursing en Antonia Korthals Altes 1928Jan Frederik Meursing en Antonia Korthals Altes 1928Jan Frederik Meursing, zelfportret met camera 1929Antonia Korthals Altes 1929Jan Frederik Meursing en Antonia Korthals Altes 19291929-1016-nr-3483-Agfa-web.jpgOnbekende dame, 1930

Misschien waren de huwelijken van twee dochters de aanleiding om dit kleuren-procedé toe te gaan passen. De eerste bewaarde opname is in de zomer van 1911 gemaakt in Medemblik bij een onbekende persoon in de tuin. De tweede is gemaakt op 9 december 1911, waarschijnlijk bij de verloving van zijn dochter Maria Meursing met Eiso Wessels Boer. Ze staan op de foto met een enorme hoeveelheid bloemen, wat wel bijzonder is op 9 december. Vervolgens is het bruidspaar in 1912 in kleur vastgelegd met links als bruidsmeisje zus Cato Meursing (zie hieronder).

Eiso Wessels Boer en en Maria (Rie) Meursing bij hun huwelijk in 1912

Het duurt dan tot 1925 voor de volgende opname volgt. Jan Frederik legt dan zijn zoon Wicher Hooite Meursing jr vast bij diens verloving en huwelijk met Elisabeth Eschauzier en zijn eigen 70e verjaardag. De bloemen van die gelegenheid worden nog eens apart gefotografeerd. Kleurige bloemen zijn een geliefd object om in kleur vast te leggen.

Een bijzondere opname is een zelfportret bij het tuinhek met fel rood en oranje Oost-Indische kers in 1926.

Jan Frederik Meursing bij tuinhek van zijn huis Mollerusstraat 11 in Baarn, met Oost-Indische kers, 11 juli 1926.

In de laatste jaren van zijn leven (hij overleed eind 1930) maakte Jan Frederik een aantal fraaie autochrome portretten (waaronder onderstaand zelfportret met camera) en een dubbelportret met zijn vrouw, Antonia Korthals Altes.

Zelfportret met camera van Jan Frederik Meursing, autochrome, 28 maart 1929

Bronnen:
Nederland in kleur – The Netherlands in colour 1907 – 1935. Hans Rooseboom en Ileen Montijn. Uitgeverij Bas Lubberhuizen, 2016.
History of the autochrome: the dawn of colour photography. National Science and media museum, Bradford.

Schepen voor van Eeghen & Co

Piet van Eeghen, telg uit een rijke handelsfamilie, stond aan het hoofd van de handelsfirma Van Eeghen & Co en had daarnaast nog vele andere functies, waaronder die van president van de Nederlandse Bank. Van Eeghen wilde zijn geld inzetten om de maatschappij te verbeteren, gedreven door zijn geloof (dopsgezind) en geholpen door zijn vele invloedrijke en vermogende vrienden. Het boek dat Laura van Hasselt over Piet van Eeghen schreef heeft dan ook de titel gekregen: Geld, geloof en goede vrienden.

Piet van Eeghen is relatief onbekend, maar heeft een belangrijke rol gespeeld in de metamorfose van Amsterdam in de 19e eeuw. Voor talloze van zijn projecten richtte hij een organisatie op waarvan hij vaak voorzitter was en een van de grootste financiers.

Om der een paar te noemen:

  • Stichten van het Prinsengrachtziekenhuis, het eerste moderne ziekenhuis
  • Opvanghuizen voor gevallen vrouwen en verwilderde jongens
  • Sociale volkshuisvesting, fatsoenlijke betaalbare woningen voor minder vermogenden
  • Realisatie van het Vondelpark, plek voor ontspanning en natuurbeleving in de stad
  • Stedelijk Museum, moderne kunst die iedereen van moet kunnen beleven

Het boek van Laura van Hasselt zal er hopelijk toe bijdragen dat Piet van Eeghen, die zijn maatschappelijke activiteiten grotendeels achter de schermen verrichtte, meer bekendheid zal krijgen.

Handelhuis Van Eeghen & Co verdiende veel geld aan de handel met De Oost (Nederlands Indie). Daarvoor zetten zij van 1851 tot 1888 eigen zeilschepen in en waren daarmee als het ware ook reders. In 1873 bestelde Van Eeghen & Co een fregatschip bij de firma Meursing & Huijgens. Dit schip, dat werd gebouwd op de werf Concordia, kreeg de naam ‘Amsterdam’. In 1874 werd een tweede schip van dezelfde werf opgeleverd, het fregatschip Amstel. Beide schepen waren composiet gebouwd volgens de gepatenteerde methode van Wicher Hooite Meursing.

In het Stadsarchief Amsterdam bevinden zich in het archief van Handelshuis Van Eeghen & Co verschillende stukken over deze schepen. Zo ook het bestek van fregatschip Amstel, ondertekend door Van Eeghen. Wie heeft ondertekend namens Meursing & Huygens is wat curieus, aangezien de firmanten Meursing en Huygens toch echt twee verschillende personen waren maar wel één handtekening zetten.

Bron: Stadsarchief Amsterdam

Fregatschip Amsterdam, 1873

Fregatschip Amsterdam is het tot dan toe grootste schip dat op een werf van de Meursings wordt gebouwd: een composiet gebouwd schip van 1482 ton met drie masten, 2 dekken. Het schip heeft bijna 30 jaar gevaren, maar niet altijd bij Van Eeghen & Co. In 1887 wordt de Amsterdam verkocht aan de Firma A. Hendrichs & Co te Amsterdam waarbij het wordt omgedoopt tot Ardjoeno en aangepast tot bark. In 1899 wordt de Ardjoeno verkocht aan A. Hemmes Sr. in Emden in Duisland, en omgedoopt tot Silo. Drie jaar later, op 21 augustus 1902, verliest het schip in een storm gedeeltelijk de zeilen en ra’s en loopt andere schade op. Het is dan in ballast op weg van de Table Bay (Zuid-Afrika) naar Chemainus B.C. (westkust van Canada). Op 5 september 1902 werd het beschadigde schip de haven van Nagasaki binnengesleept en daar afgekeurd.

De tewaterlating van fregatschip de Amsterdam op 11 januari 1873. George Lourens Kiers (1838 – 1916), Stadsarchief Amsterdam.
Het barkschip Amsterdam in volle glorie. Nicolaas Martinus Wijdoogen (1824-1898). Scheepvaartmuseum Amsterdam.
De Silo (voorheen Amsterdam, Ardjoeno) met stormschade in 1902. Bron onbekend.

De Amsterdam en de Amstel waren niet de enige schepen in eigendom of door Van Eeghen & Co gereed. Het waren wel de laatste.

PeriodeSchipThuishaven
1851 – 1865Capella (in 1865 overzeild)Amsterdam
1852 – 1872Alcyone (in 1872 vermist)Amsterdam
1853 – 1873Bellatrix (in 1873 verkocht naar Duitsland)Amsterdam
1855 – 1876Electra (voorheen Witch Of The Wave, in 1876 tot bark gemaakt)Amsterdam
1873 – 1888Amsterdam (in 1888 omgedoopt tot Ardjoeno en verkocht aan A. Hendrichs & Co.)Amsterdam
1874 – 1885AmstelAmsterdam
Bron: Piet’s Scheepsindex.

Christiaan Brunings in de winter van 1963

In de strengste winter van de 20e eeuw berichtte het polygoonjournaal over het ijsbreken op de Merwede. Daarbij werd ook de op de scheepswerf de Nachtegaal van scheepsbouwmeester Jan Frederik Meursing gebouwde stoomijsbreker Christiaan Brunings ingezet. De Christiaan Brunings is dan al lang niet meer actief als ijsbreker en vervangen door modernere ijsbrekers met dieselmotoren. Het schip was tot 1968 wel in de vaart als meetvaartuig, voornamelijk bij de aanleg van de Deltawerken na de watersnoodramp van 1953. Daarvoor bleek het schip door zijn goede vaareigenschappen en trillingsarme motor zeer geschikt. De stoomijsbreker was dus nog wel beschikbaar bij Rijkswaterstaat.

Deze video toont unieke beelden van de ruim 60 jaar oude Christiaan Brunings (bouwjaar 1900) die bezig is met waar hij voor bedoeld is: ijsbreken.

Christiaan Brunings in TV-hit 1974

In de zeer populaire TV serie Merijntje Gijzen’s Jeugd, die in 1974 door de VARA werd uitgezonden, is de op werf de Nachtegaal in 1900 gebouwde stoomijsbreker Christiaan Brunings te zien. In aflevering 10 verhuist Merijntje met zijn familie per schip (de Christiaan Brunings) van een dorpje in West-Brabant naar Rotterdam. De opnamen zijn gemaakt bij de sluis van Benedensas in de huidige gemeente Steenbergen. Het verhaal speelt zich rond 1900 af, het schip past dus goed bij die tijd. Het schip was een ijsbreker die in gebruik was bij Rijkswaterstaat op de Merwede, het heeft in werkelijkheid dus nooit voor dit soort personenvervoer gediend.
De opnamen zijn 6 jaar nadat de Christiaan Brunings in 1968 eigendom werd van Scheepvaartmuseum Amsterdam gemaakt. Het schip is, aan de beelden te zien, in goede staat.

Fragment van aflevering 10 van Merijntje Gijzen’s jeugd. In het begin van deze aflevering vertrekken Marijntje en zijn familie met de Christiaan Brunings van een dorp in West-Brabant naar Rotterdam.

Dat de Christiaan Brunings figureerde in deze serie kwam ik op het spoor door de foto hieronder die op Marktplaats te koop werd aangeboden. De foto is door een bemanningslid genomen bij de opnamen van de TV serie. De verkoper heeft een serie foto’s en negatieven van deze mij onbekende fotograaf gekocht op het Waterlooplein.

De serie Merijntje Gijzen’s jeugd was in 1974 een grote TV-hit. Bijna driekwart van de TV-bezitters keek ernaar en in de kijkcijfer top 10 van dat jaar stonden zes voetbalwedstrijden en vier afleveringen van Merijntje Gijzen’s jeugd. De serie schetst het eenvoudige leven in een Brabants dorp rond 1900 en is een verfilming van een streekroman uit 1925 van de uit Nieuw-Vossemeer afkomstige A.M. de Jong. De opnamelocaties liggen ook in die streek: Nieuw-Vossemeer, Rucphen, Steenwijk.

In 1936 is Merijntje Gijzen’s jeugd ook al eens verfilmd in een ambitieuze speelfilm voor die tijd. De auteur A.M. de Jong speelde daarin zelf mee als de pastoor en Merijntje was het filmdebuut voor de toen 11-jarige Kees Brusse.

Modelbouw van de Christiaan Brunings

Het stoomschip Christiaan Brunings is, voor zo ver bij mij bekend, het enige schip dat op werf de Nachtegaal gebouwd is waar modelbouwsets van te koop zijn. Dit prachtige stoomschip is nog in de vaart en kan worden bezichtigd bij het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.

Een model van de stoomijsbreker Christiaan Brunings op de schoorsteenmantel in de kajuit van de Christiaan Brunings.

Er zullen ongetwijfeld ook vrije modelbouwers zijn die de Christiaan Brunings of andere schepen van de werven van Meursing op schaal hebben gebouwd.

Dean’s Marine modelkit 1:24

Dean’s Marine heeft een modelbouwkit ontwikkeld van de Christiaan Brunings schaal 1:24 (1,04 m lang!). Deze bevat een glasvezel versterkte romp, gedetailleerde glasvezel onderdelen, computer gestuurde geprinte onderdelen, een volledige set metalen onderdelen, bouwtekeningen op schaal en instructies. Het kan zowel met een elektromotor als met een echte stoommotor worden aangedreven als radiografisch bestuurd schip.
Er staat een bouwverslag van een modelbouwer online dat laat zien dat het een pakket voor gevorderden is.

Onderstaande buitenlandse modelbouwtijdschriften hebben er een artikel aan gewijd. Dit model wordt over de wereld met trots gebouwd, wat wel uniek is voor zo’n relatief bescheiden Nederlands schip.

De inhoud van het Dean’s Marine bouwpakket van de Christiaan Brunings.
Op het Festival of Model Boating 2010 van de Southend Model Power Boat Club uit Southend-on-Sea, Essex, United Kingdom, won deze Angela de prijs ‘best of show’ voor dit model van Dean’s Marine waar ze jaren aan heeft gewerkt.

World of paper ships schaal 1:100 en 1:250

World of paper ships heeft papieren modellen van de Christiaan Brunings in maar liefst 2 maten te koop: schaal 1:100 (31,2 cm lang) en schaal 1:250 (12,8 cm lang). Bij beide modellen kan een bijpassende set met laser cut details worden besteld.

Bouwplaat Scheepvaartmuseum schaal 1:80

De Vereeniging Nederlandsch Historisch Scheepvaartmuseum heeft een bouwplaat van schaal 1:80 van stevig karton van de Christiaan Brunings gemaakt. Deze door C.A. Planten ontworpen bouwplaat stamt al uit 1977 en was lange tijd te koop in de winkel van het Scheepvaart, maar voor zo ver bekend inmiddels uitverkocht.

Modelbouwtekeningen.nl schaal 1:50

Op de website www.modelbouwtekeningen.nl is een modelbouwtekening te koop van Directievaartuig S.S. Christiaan Brunings.

Uw model hier?

Heeft u een model van de Christiaan Brunings gemaakt? Stuur mij een paar foto’s (zie contact) en ik plaats ze hier (met bronvermelding).

Christiaan Brunings op de kaart

De Christiaan Brunings ligt momenteel niet bij het Scheepvaartmuseum aan de steiger naast het VOC-schip. Hij is naar de werf voor onderhoud. Maar op verschillende plaatsen is deze bijzondere stoomijsbreker uit 1900 toch nog te zien.

Tot mijn verbazing staat de Christiaan Brunings als schip ingetekend op Google Maps. Niet zoals het met naam en toenaam genoemde VOC schip ernaast, maar toch.

In de collectie van het Scheepvaartmuseum, dat vele scheepsmodellen bevat, zou je ook een model van de stoomijsbreker Christiaan Brunings kunnen verwachten. Maar aan de andere kant, waarom zou je als je een schaal 1:1 model aan de steiger hebt liggen?

Toch ligt er een model van de Chris Brunings in het Scheepvaartmuseum. In de expositie haven 24/7 is een enorme maquette gemaakt van het Noorzeekanaal en de Amsterdamse haven met daarin een miniatuur model van deze stoomijsbreker.

Was Wicher Hooite Meursing ook fotograaf?

Dat scheepsbouwer Jan Frederik Meursing (1855-1930) fotografeerde in zijn vrije tijd is in redelijk wat bronnen beschreven. Zijn foto’s zijn met enige regelmaat te zien op tentoonstellingen over fotografie, zoals in het Gemeentearchief Amsterdam (Amsterdam 1900) en het Scheepvaartmuseum (Drijfveer, Game changers).

Er zijn aanwijzingen dat zijn vader Wicher Hooite Meursing (1821-1902) ook al fotografeerde. Dit komt nog nergens in de literatuur naar voren.

Zo heeft Wicher Hooite op onderstaande foto vrijwel zeker een zelfontspanner in zijn rechter hand. Deze foto heeft hij dus waarschijnlijk zelf genomen.

Reproductie van een foto van Wicher Hooite Meursing uit plakboek 1 van Jan Frederik Meursing. Er is geen jaartal vermeld, maar gezien zijn leeftijd (naar schatting rond de 40) zou de foto van rond 1860 kunnen zijn, de periode waarin Jacob Olie actief was. Collectie familie Meursing.

Dan is er nog een tweede aanwijzing. Jacob Olie (1834-1905), de inmiddels bekende vroege Amsterdamse amateurfotograaf, woonde en fotografeerde in de buurt van het woonhuis van Wicher Hooite en zijn werf De Nachtegaal op het Bickerseiland. Vermoedelijk heeft Jacob Olie rond 1862-63 foto’s van het Bickerseiland gemaakt vanuit het woonhuis van Wicher Hooite (C). Zij hebben elkaar dus waarschijnlijk gekend. De activiteiten van Jacob Olie met zijn camera kunnen heel goed de nieuwsgierigheid van Wicher Hooite hebben gewekt en hij heeft het fotograferen wellicht van hem geleerd.

Drie foto’s van Jacob Olie uit de periode 1862-63 laten zien dat Jacob Olie en Wicher Hooite Meursing elkaar gekend moeten hebben. Foto A is genomen vanaf de Zandhoek, op de achtergrond zijn schepen bij werf de Nachtegaal te zien. Foto B is genomen vanuit de woning van Jacob’s halfbroer Carel Guustaaf Olie op de Grote Bickersstraat 4. Geheel links op deze foto het huis van Wicher Hooite, Haarlemmer Houttuinen 105. Vanuit dit huis moet foto C zijn gemaakt, waarop het Bickerseiland met de Eilandskerk (gesloopt in 1950).

In het magazijn van het Scheepvaartmuseum in Amsterdam wordt een collectie van glasdia’s en negatieven van de scheepsbouwers Meursing bewaard. Op een groot formaat glasnegatief viel mij op dat daarop de letters WHM staan geschreven. Zou dit kunnen betekenen dat deze opnamen niet door Jan Frederik maar door zijn vader Wicher Hooite zijn gemaakt? Hij was toen 70 jaar en had misschien zijn grote veldcamera goed bewaard.

Glasnegatief uit de serie foto’s van de bouw van de clipper Van Galen (1891) met op de rand van het negatief de initialen WHM. Collectie Scheepvaartmuseum Amsterdam.

De aanwijzingen dat ook Wicher Hooite Meursing fotografeerde zijn indirect, maar voldoende aanleiding om hier verder onderzoek naar te doen.

Baarn op de wereldzeeën (3)

Op de website Groenegraf.nl en in de Baarnse Courant van 21 oktober 2019 staat een uitgebreid artikel over de scheepsbouwers en reders Meursing en hun relatie tot Baarn. Het artikel is deel 3 in de reeks ‘Baarn op de wereldzeeën’ en geschreven door Ed Vermeulen, die zelf in een later tijdperk inscheepte op schepen van de Rotterdamse rederij Van Nievelt, Goudriaan & Co’s Stoomvaart Mij (zie deel 1 en deel 2). Het artikel is deels gebaseerd op informatie van deze website, welke ook de bron is voor een aantal illustraties.

Lees het artikel:
Baarn op de wereldzeeën (deel 3); Van scheepsbouwer tot reder: de Meursings en de bark Baarn (online artikel, met meer foto’s!)

Composietbark ‘Baarn’ (1879-1899) gebouwd op werf De Nachtegaal te Amsterdam, scheepsbouwmeester en reder J.F. Meursing, Amsterdam.
Foto Jacob Olie, 1 augustus 1895. Collectie Stadsarchief Amsterdam.