Een deel van de fotoapparatuur waarmee Jan Frederik Meursing zijn dia’s en foto’s maakte is bewaard gebleven.
Met een Thornton-Pickard houten reiscamera konden foto’s worden gemaakt op glasplaat van diverse formaten. Onderstaande camera en statief zijn door Jan Frederik gebruikt, waarschijnlijk van circa 1880 tot hij na 1926 de Zeiss Ikon handcamera aanschafte (Zeiss Ikon is opgericht in 1926). Het grootste deel van zijn foto’s is dus met de Thornton-Pickard camera gemaakt. Er is geen andere camera bekend waarmee hij heeft gefotografeerd.
Er is helaas geen originele lens bij deze Thornton-Pickard camera en de balg is doorgesneden. Op de voorkant van de camera is een papiertje met een vergelijkingstabel van diafragma’s opgenomen waaruit mogelijk kan worden afgeleid welke lens op de camera heeft gezeten. Op onderstaande foto is een andere lens uit eind 19e eeuw op de camera geplaatst.
Met een Ica projector projecteerde Jan Frederik de glasdia’s (6×6 en 6×9 cm). Ook projecteerde hij toverlantaarnplaatjes, waarvan een doos vol is bewaard gebleven. De projector kan met verschillende lichtbronnen werken. Bij deze projector zijn een elektrische lamp en een koolbooglamp aanwezig, die zo te zien beide door hem zijn gebruikt. De projector kon ook werken op een gaslamp en nog exotischer verlichtingsbronnen die vóór het elektrisch tijdperk werden gebruikt om de hoge lichtopbrengst te geven die nodig is voor projectie.
Projectieavonden zal Jan Frederik met familie en vrienden hebben gehouden, maar hij organiseerde ook voor de buurt ‘vertooningen met lichtbeelden’.
De Zeiss Ikon klapcamera is een veel handzamer camera. In een etui konden de glasplaten worden vervoerd. Jan Frederik heeft in 1929 een autochroom zelfportret gemaakt waar hij deze camera in de hand heeft.